Het lijkt er op dat veel tuinbezitters lijden aan snoei- en mestvrees. Ze zijn angstig en bang om ook maar een piepklein stukje van een struik af te knippen. Vrezen dat de struik dan helemaal kapot gaat. Welnee! Snoeien doet groeien! Weer anderen durven wel maar zijn bang dat het voor snoeiwerk al te laat is. Zo krijg ik regelmatig telefoontjes: ,,Ik wil mijn Catalpa nog snoeien maar die is al aan het uitlopen, mag dat dan nog wel?” en: ,,Ik wil mijn hortensia’s nog snoeien maar er zitten al knoppen aan. Kan dat nog?”. Ja hoor, kan geen kwaad. Het is misschien zelfs wel beter. Voor sommige bomen en struiken in elk geval wel. Voor de noot, berk en haagbeuk bijvoorbeeld. Deze soorten bouwen in het voorjaar zo’n sterke sapstroom op dat het vocht er uit gutst als je er iets afknipt. Bloeden noemen we dat. Staan deze soorten eenmaal weer in blad dan mag je ze snoeien. De druk is dan weer van de ketel. En het snoeien van een plant die in blad staat, betekent ook dat snoeiwonden sneller dicht groeien.
Mestvrees is een ander probleem. Mensen nodigen me dan uit eens langs te komen. Want ‘Het wil maar niet groeien’. Vaak zie je dan geelverkleurde, zieltogende planten in hun tuin staan. ,,Mest u wel eens?”, vraag ik dan. Uit het antwoord blijkt dan meestal dat dat na de aanleg van de tuin, zo’n zeven jaar geleden, niet meer is gedaan. Ter illustratie mag ik dan graag de vraag stellen: ,,Zelf wel nog gegeten de laatste tijd?”. Daar vloeit dan meestal een opdracht uit om te gaan bemesten. Zo gebeurde ook bij Bianca, een keurige dame in Weert. Toen ik haar tuin bezocht viel me op dat alles een goed merk had. Het koffiekopje was van Wedgewood en de koffie van Nespresso. Haar Fiat was gestyled door Gucci. Op een dag belde ik haar dat we langs zouden komen om de bemestingsopdracht uit te voeren. ,,Stinkt het dan niet te veel?”, vroeg ze. Ik kon het niet nalaten en antwoorde:,,Nou, we hebben tegenwoordig mest met een heerlijk luchtje van Ralph Lauren.”. Het was even stil aan de andere kant van de lijn dus ik vreesde dat ik over het randje was gegaan. Ze antwoorde: ,,Oh, als dat kan, doe dan maar met Chanelgeur, dat vind ik veel lekkerder.”
Jack van Haperen